Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren

 

Artikel 9
1
Raadsheren-plaatsvervangers, rechters-plaatsvervangers, plaatsvervangende advocaten-generaal, plaatsvervangende officieren van justitie en plaatsvervangende officieren enkelvoudige zittingen die zijn aangewezen om tijdelijk een volledige of een gedeeltelijke taak te vervullen en die niet reeds uit anderen hoofde als rechterlijk ambtenaar of als rechterlijk ambtenaar in opleiding worden bezoldigd, ontvangen over de periode van hun aanwijzing een salaris op de voet van de artikelen 7 en 8.
2
Raadsheren-plaatsvervangers, rechters-plaatsvervangers, plaatsvervangende advocaten-generaal, plaatsvervangende officieren van justitie en plaatsvervangende officieren enkelvoudige zittingen die niet zijn aangewezen om tijdelijk een volledige of een gedeeltelijke taak te vervullen en die niet reeds uit anderen hoofde als rechterlijk ambtenaar of als rechterlijk ambtenaar in opleiding worden bezoldigd, ontvangen een vergoeding volgens bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels.
3
Voor de toepassing van het eerste lid:
a
wordt een raadsheer-plaatsvervanger gelijk gesteld met een raadsheer in hetzelfde gerechtshof;
b
wordt een rechter-plaatsvervanger gelijk gesteld met een rechter in of een vice-president van dezelfde rechtbank;
c
wordt een plaatsvervangend advocaat-generaal gelijk gesteld met een advocaat-generaal bij hetzelfde ressortsparket;
d
wordt een plaatsvervangend officier van justitie gelijkgesteld met een substituut-officier of met een officier, door Onze Minister van Justitie bij de aanwijzing te bepalen;
e
wordt een plaatsvervangend officier enkelvoudige zittingen gelijkgesteld met een officier enkelvoudige zittingen of met een gerechtsauditeur, door Onze Minister van Justitie bij de aanwijzing te bepalen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •